Gemeente Amersfoort

 Vragen

2002, nummer 76

Reg.nr. 885768

__________________________________________________________________________________

VRAGEN door leden van de gemeenteraad gedaan overeenkomstig artikel 37 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad van Amersfoort en de daarop door burgemeester en wethouders gegeven antwoorden. (885768, nr. 76; ontvangen d.d. 3 oktober 2002).

__________________________________________________________________________________

Vragen van het raadslid de heer ing. J.van Wegen van de Burger Partij Amersfoort.

Op grond van artikel 37 van het Reglement van Orde van de raad wil de Burger Partij Amersfoort (BPA) graag de volgende vragen aan het college van B&W stellen:

Het (bijna) verlopen van de termijnen rondom het voorbereidingsbesluit Metgensbleek –11 oktober 2002 verloopt juridisch de termijn in de zin van de wet Algemeen Bestuursrecht- geeft de BPA aanleiding voor de volgende vragen.

1. Is het juist dat op 11 oktober 2002 de juridische termijn rondom dit voorbereidingsbesluit Metgensbleek afloopt ?
2. Wie is er binnen het Stadhuis in het algemeen verantwoordelijk voor het bewaken van deze juridisch uiterst gevoelige termijnen ?
3. Wie is er binnen het Stadhuis in dit specifieke geval verantwoordelijk voor het bewaken van de gevoelige termijn rondom Metgensbleek ?
4. Hoe gaat het College en/of de Griffie dit in de toekomst voorkomen ?
5. Wil het College en/of de Griffie op zeer korte termijn een overzicht maken van alle juridische termijnen die in ons stadhuis lopen ?
6. Voornoemd overzicht inclusief wanneer AL deze termijnen aflopen c.q. het College en of de Raad weer in actie moeten komen ?
7. Wil de Griffie de beantwoording van voorgaande BPA vragen zo uitvoeren dat straks bij de beantwoording in een Word document zowel de vragen als de antwoorden verwerkt worden.

__________________________________________________________________________________

ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. oktober 2002).

__________________________________________________________________________________

1. Het voorbereidingsbesluit voor het gebied van Metgensbleek is op 11 oktober 2001 in werking getreden en vervalt na een jaar.

Het voorbereidingsbesluit brengt een aanhoudingsplicht met zich mee voor de tijdens de werkingsduur van dat besluit ingekomen bouwaanvragen, die op basis van het geldende planologische regime zouden moeten worden ingewilligd. Die aanhouding duurt voort totdat het voorbereidingsbesluit is vervallen, tenzij tijdig (binnen de werkingsduur van het voorbereidingsbesluit) een nieuw bestemmingsplan in procedure is gebracht. Daarvan is in dit geval geen sprake, zodat het in de rede ligt wederom een voorbereidingsbesluit vast te stellen. Daarmee kunnen ook eventuele toekomstige (na de inwerkingtreding van het nieuwe besluit ingekomen) bouwaanvragen worden aangehouden.

Voor de goede orde wordt erop gewezen, dat de gemeente na het vervallen van een voorbereidingsbesluit te allen tijde is gehouden om te beslissen op ingekomen bouwaanvragen, ook in het geval voor het verstrijken van het voorbereidingsbesluit een nieuw voorbereidingsbesluit is genomen. Alleen als tijdig een ontwerp van een bestemmingsplan ter visie is gelegd duurt de aanhouding voort.

2. Wij zijn bestuurlijk verantwoordelijk voor het bewaken van de termijnen.
3. Verwezen wordt naar het antwoord op vraag 2.
4. Voor het bewaken van de termijnen met betrekking tot de voorbereidingsbesluiten bestaat een intern systeem van rappellijsten. Aan de hand van deze lijsten kan tijdig worden gesignaleerd of het nemen van een nieuw voorbereidingsbesluit aan de orde is. Nagegaan is of dit systeem nog in alle opzichten goed functioneert. Waar nodig zijn maatregelen genomen.
5. Het aantal en de aard van de in behandeling zijnde aanvragen en de daaraan verbonden (wettelijke) beslistermijnen is zodanig groot en divers, dat het onmogelijk is daar op zeer korte termijn een overzicht van te vervaardigen. Daarenboven is een dergelijk overzicht van geringe waarde omdat per dag termijnen vervallen. De actualiteitswaarde van het gevraagde overzicht is dan ook zeer gering, zodat het geen aanbeveling verdient een dergelijk overzicht te maken.
6. Verwezen wordt naar het antwoord op vraag 5.
7. Het college gaat niet over de griffie.